Solo
In december 1934 vond er in de Oude School in Ouddorp een bijzonder concert plaats. Er traden vier koren op, uit Ouddorp zelf, en uit Stellendam, Goedereede en Herkingen. Het was een concert met een zwaar christelijk tintje, er werden alleen Psalmen gezongen. Eén van de hoogtepunten was Psalm 134, die helemaal alleen, ten gehore werd gebracht door een achtjarig jongetje. Dat jongetje was Adri Molenaar. Mijn vader.
Zoals ik al eerder heb geschreven, kende ik mijn vader als een rustige, bescheiden man, die niet graag op de voorgrond trad. Toch is hij hier altijd apetrots op geweest. Het was het enige verhaal uit zijn jeugd dat hij vaker vertelde.
Dat ik er zoveel over weet, komt doordat het de krant heeft gehaald. Op Goeree-Overflakkee verschijnt al sinds 1930 iedere week het Eilandennieuws en in het nummer van 12 december 1934 verscheen een recensie van het concert. Volgens de schrijver van dit artikel, kon je dat het zingen van mijn vader zeer in de smaak van het publiek viel, afleiden uit ‘den stilte die er gedurende het zingen in de zaal heerschte, terwijl hem een spontane ovatie werd gebracht, waarvoor hij (als doende groot te zijn) met een buiging bedankte’.
Nu probeer ik daar een verhaal van te maken. Ik ben in het hoofd van mijn vader gekropen en schrijf erover hoe ik denk dat dat voor hem geweest moet zijn. Naast een aantal praktische vragen, die wel te beantwoorden zijn (wat was de Oude School, hoe kwamen ze in 1934 van Herkingen in Ouddorp), zijn er ook vragen waarop het antwoord niet meer te achterhalen is.
Waaronder de belangrijkste: ‘Hoe is het mogelijk dat een achtjarig knulletje uit een arm, onaanzienlijk gezin, uitgekozen is voor een solo?’ Dat hij muzikaal was weet ik, ook later liep hij nog geregeld te hummen en, vooral, mee te dirigeren als de muziek klonk waar hij van hield. Maar hoe kan het dat het oog en vooral het oor van een dirigent op hem gevallen is? Niemand die me dat meer zal vertellen.
Op zo’n moment kan mijn fantasie weer aan het werk. Ik vind het leuk en belangrijk de bronnen te raadplegen en ervoor te zorgen dat de feiten kloppen. Maar het is nog prettiger als er dingen zijn, die ik zelf mag invullen.
De vader van mijn vader heb ik nooit gekend, die is vrij jong overleden. Ik heb geen idee hoe hij als persoon was. Op foto’s oogt hij streng, maar het kan gewoon zo zijn dat een foto een serieuze zaak was. Ik weet dat hij hard werkte, in de zomer op het land, in de winter als oliehandelaar. En dat het geloof een grote rol speelde. Dus heb ik bedacht, dat hij iets in zijn leven moest hebben waarvan hij kon genieten ,maar wat wel helemaal verantwoord was. Ik denk dat mijn opa ook zanger was. In de christelijke zangvereniging van Herkingen.
Het verhaal is nog niet af. Ik weet niet of het echt iets wordt en of ik het ooit zal publiceren. Maar het is erg plezierig om aan te werken.
Toch is het jammer dat er toen nog geen geluidsopnamen gemaakt werden. Ik had dat jongetje graag horen zingen.