Een vindingrijk man. - Het Delft van Antoni van Leeuwenhoek

Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) wordt wel de vader van de microbiologie genoemd. Hij maakte zijn eigen microscopen en die waren zo goed dat hij er zaken mee kon zien die nog nooit iemand gezien had, zoals bacteriën. Toch kwam deze interesse niet uit de lucht vallen. Hij leefde in een tijd waarin de wetenschap zich razendsnel ontwikkelde en wetenschappers steeds verder weg durfde te gaan van inzichten en ideeën die al eeuwenlang golden. Een voorbeeld hiervan is de medische wetenschap. In plaats van de oude handboeken te raadplegen, deden doktoren steeds vaker zelf onderzoek. Dat er zoveel afbeeldingen van anatomische lessen uit deze tijd, de zeventiende eeuw, stammen, is niet voor niets. Van Leeuwenhoek was ook bevriend met artsen in Delft, de stad waar hij woonde.

In deze roman probeer ik een beeld te scheppen van de wereld en de tijd waarin hij leefde. Delft was in die tijd één van de belangrijkste steden van Holland, gunstig gelegen aan de trekvaart en vlakbij Den Haag, waar de regering zetelde, en Leiden, waar sinds de vorige eeuw de wetenschap bloeide door de beroemde universiteit. Daarnaast was het een stad waar veel kunstenaars actief waren. Pieter de Hoogh, Carel Fabritius en de beroemdste van allemaal, Johannes Vermeer.

Vermeer was net zo oud als Van Leeuwenhoek en heeft ook zijn hele leven in Delft gewoond. Het kan haast niet anders of ze moeten elkaar gekend hebben. Voor dit boek ben ik daar maar vanuit gegaan. Op het schilderij dat op de omslag staat, is een landmeter afgebeeld, en sommigen beweren dat Vermeer hier Van Leeuwenhoek heeft geschilderd. Ik ben er vanuit gegaan dat dat klopt, niet omdat ik dat weet, maar omdat het mooi in mijn verhaal past. Het is tenslotte een roman. Om die reden gebeuren er meer dingen die niet zeker zijn, of misschien wel helemaal niet kloppen. Ik laat Vermeer bijvoorbeeld geboren worden in de herberg van zijn vader, terwijl zijn vader die herberg pas kocht toen het jongentje er allang was.

Het boek wordt, naast deze ‘echte’ figuren bevolkt door een aantal verzonnen personages, die mij tijdens het schrijven net zo dierbaar zijn geworden. Zij maken bijna allemaal de grote Kruithuisramp mee, de Delftse donderslag, die in 1654 een flink deel van de stad verwoestte. En het rampjaar 1672, waarin Delft weliswaar niet te maken kreeg met oorlogshandelingen, maar wel met onrust en relletjes.

Van Leeuwenhoek is zeer oud geworden. Hij overleed ver in de volgende eeuw, in 1723. Zijn werk heeft veel invloed gehad en wordt nog steeds, vol ontzag, bestudeerd. Daardoor was het niet moeilijk onderzoek voor dit boek te doen. Want hoewel het fictie is, is het wel op feiten gebaseerd. Voor degenen die meer willen weten, volgt hieronder een lijst van de literatuur en websites die ik geraadpleegd heb.

 

Websites:

https://lensonleeuwenhoek.net/

http://www.essentialvermeer.com/

 

Boeken:

Wetenschap en wereldbeeld in de Gouden Eeuw. – Eric Jorink. – 1999

Van Leeuwenhoek, groots in het kleine. – Jantien Backer e.a. – 2014

A view of Delft, Vermeer then and now. – Anthony Bailey. – 2001

Generation, The Seventeenth-Century Scientists Who Unravelled the Secrets of Sex, Life and Growth. – Matthew Cobb. – 2006

Eye of the Beholder: Johannes Vermeer, Antoni van Leeuwenhoek, and the Reinvention of Seeing. – Laura J. Snyder. – 2015

De derde stad van Holland 1, geschiedenis van Delft tot 1795. – Gerrit Verhoeven. – 2015