Het is al weer dagen geleden dat de zon scheen. Op nieuwjaarsdag zag ik hem, tijdens een wandeling in de Limburgse heuvels. Nu moet de hele dag het licht aan.
Het is een groot contrast met vorige week. Toen waren we, voor het eerst in maanden, weer één gezin, in één huis, met veel spelletjes, gezelligheid, lekker eten en zo nu en dan een knuffel. Maar de kinderen zijn weer aan het werk en aan de studie, mijn lief vergadert weer op zolder en ik zit in mijn eentje achter mijn bureau te peinzen over hoe ik verder moet.
De uitgeverij heeft mij net laten weten dat het wat langer gaat duren voordat ik hoor wat ze van mijn boek vinden. De derde versie van het van Leeuwenhoek-boek is af, dus daar moet ik een tijd niet naar kijken. Wat is er dan nog wel te doen?
Direct weer aan een nieuw project beginnen, lijkt mij geen goede keuze. Dan gaan al die verschillende verhalen in mijn hoofd maar door elkaar lopen. Korte stukken, zoals dit blog, lukken wellicht nog wel. Maar erg gemotiveerd ben ik niet.
Normaal zoek ik dan inspiratie en afleiding buiten de deur. Even de stad in, naar de bibliotheek of naar de boekhandel. Of naar een museum, of naar een film in de Verkadefabriek. Al die dingen kunnen nu niet. Ik weet het, in vergelijking met de grote problemen van deze tijd (die akelige ziekte, de idioten in de VS, de opwarming van de Noordpool) stelt het weinig voor.
Maar ik zit er maar mooi mee. Iedere dag moet ik opnieuw verzinnen wat ik zou kunnen doen. Het zou voor de variatie weleens fijn zijn als er werk op me lag te wachten. Als mijn expertise nodig was, voor wat dan ook.
Tot die tijd heb ik gelukkig nog een heel aantal boeken liggen dat ik nog niet gelezen heb. En er is Netflix. En onze gekke kat Kareltje, die altijd wel met mij wil spelen. Zodat ik het donker van buiten niet te veel naar binnen laat komen.
Intussen is de kerstboom ook opgeruimd.