Verhalen

Vorige week kwam ik terug uit Frankrijk. Ruim drie weken hebben we rondgereisd in Normandië en Bretagne. Het was er natuurlijk mooi en lekker (galettes!). Maar ik ontdekte vooral ook dat het een streek vol verhalen is.

In Normandië gaat het natuurlijk over de verovering van Engeland in 1066, door Willem, de veroveraar dus. Daar is een prachtig stripverhaal over geborduurd wat in Bayeux nog steeds te zien is. Ook zijn er, veel recenter, talloze verhalen over D-day. Terwijl het in de kuststreek zeker toeristen oplevert, is verder vooral akelig zichtbaar hoe daar in 1944 gevochten is.

In Bretagne zijn de verhalen ouder, magischer en meer romantisch. Zo zijn er veel plaatsen waar koning Arthur geweest zou zijn, met zijn ridders, en Merlijn. Ook Tristan en Isolde zou zich in Bretagne afgespeeld hebben. Ook is er op diverse plekken sprake van feeën, elven en reuzen. Al meer dan honderd jaar geleden kon je bij Huelgoat de Mare aux Fees, een poel tussen de rotsen bezoeken, het bordje staat er nog steeds. Evenals bij de grot van Arthur. Het zijn prachtige locaties, met grote rotsblokken, een snelstromend riviertje en donkere bossen, dus ik begrijp hoe die verhalen ontstaan zijn.

Daarnaast zijn er heel veel Bretonse heiligen. Bijna iedere gemeente heeft er één over wie de meest bijzondere verhalen gaan. Zoals over de heilige Lunaire, (uiteindelijk) bisschop van Rennes in de zesde eeuw. Hij was een zoon van de koning van Bretagne. Hij begon als kluizenaar maar kreeg zoveel volgelingen dat ze een klooster stichtten. Zijn broer, die hun vader als koning opgevolgd werd, werd vermoord en diens zoon vluchtte naar het klooster van Lunaire. De moordenaar, ene Conoa, volgde hem en het kwam tot een treffen. Lunaire probeerde tussen beiden te komen en werd door Conoa met een zweep geslagen.Hij werd daarop zo boos dat hij het paard van Conoa stak en dat schrok en stortte van een rots. Gerechtigheid met Gods zegen. Of iets dergelijks.

Er is een vallei midden in Bretagne, waar al die heiligen een standbeeld krijgen. Een soort modern Carnac. Over Carnac gaan natuurlijk ook allerlei verhalen, en hoewel er veel bekend is over de herkomst van de stenen en de manier waarop ze rechtop gezet zijn, weet men nog steeds niet waarom ze daar staan.

Maar voor mij, als levenslang lezer van historische romans, zijn natuurlijk vooral de verhalen over Bertrand du Guesclin leuk om weer eens te tegen te komen. De boeken van Thea Beckman over Frankrijk en de honderdjarige oorlog, Geef me de ruimte en de twee volgende delen heb ik stuk gelezen. De boer die de Engelsen dwarszat met guerrillatechnieken, tot ridder werd geslagen en uiteindelijk connétable, legeraanvoerder, van Frankrijk werd, sprak zeer tot de verbeelding. En je komt hem echt overal tegen. In Dinan, waar zijn hart begraven ligt en zijn standbeeld staat, op Mont St.Michel, waar een museumpje is, in diverse kastelen als voorbeeld van een echte ridder, en natuurlijk als naamgever van veel crêperies. En dat terwijl de Bretonse onafhankelijkheidsbeweging, die nog steeds bestaat, eigenlijk niets van hem wil weten, omdat hij voor Frankrijk streed en niet voor Bretagne.

Ach ja.

De verhalen blijven mooi.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.