Gedichten
Al heel wat jaren vieren wij Sinterklaas met veel gedichten. Met de kinderen en sinds een tijdje ook met hun partners. Iedereen geeft iets aan iedereen en wij als ouders geven nog wat meer. En bij ieder cadeau komt een gedicht.
Nu zou je zeggen dat een beetje schrijver daar de hand niet voor omdraait. Creatief zijn met taal, de juiste woorden zoeken, de fantasie aan het werk zetten. Er zijn veel overeenkomsten.
Maar ik ben niet voor niets prozaschrijver. Het liefst vertel ik een verhaal. Spelen met taal is erg leuk, maar het is voor mij vooral buitenkant. Natuurlijk probeer ik, als ik schrijf, het zo mooi mogelijk te verwoorden, maar het hoeft niet te rijmen. Toch heb ik wel plezier in het rijmen en komen alle extra gedichten van mijn hand en niet van die van mijn lief. Hij is af en toe zo de wanhoop nabij, dat we dit jaar als alternatief weer de surprise ingevoerd hebben.
De standaard gaat namelijk elk jaar omhoog. Zo kreeg de zoon een vriendin. Lieve meid, daar niet van, maar met een geheel eigen dichtstijl. Gedichten met coupletten en refreinen en vooral van epische proporties. Letterlijk soms. Zo kreeg ik vorig jaar een samenvatting van vier of vijf kantjes van de Ilias, bij een boek van Stephen Fry. Daar wil je als schrijver natuurlijk niet voor onder doen.
Dit jaar hebben de gedichten een extra moeilijkheidsgraad. Want ook de dochter heeft een partner, een vriendelijke Ier, die dit jaar voor het eerst Sinterklaas gaat vieren. Met ons. Waardoor alle gedichten in het Engels geschreven moeten worden, omdat hij ze anders niet begrijpt.
Gelukkig houd ik wel van een uitdaging. En heb ik een prima Engels rijmwoordenboek gevonden. Wel heb ik mijn andere schrijfwerk even op een laag pitje moeten zetten, want het kost veel tijd. Maar het einde begint in zicht te komen. Wat maar goed is ook, want ik heb nog maar twee dagen.
En anders maak ik alsnog een surprise. Ik kan heel goed surprises maken. In mijn hoofd.