Gisteren heb ik het boek over mijn grootouders naar een uitgever gestuurd. Dat is natuurlijk weer vreselijk spannend, maar ik heb er wel vertrouwen in.
Zoals ik al eerder meldde, heb ik het helemaal herschreven. Daarna hebben een aantal lieve proeflezers zich erover ontfermd. Op wat praktische puntjes na (data die niet klopten, het gebruik van een accentteken) waren ze er zeer over te spreken. Het woord ontroerend werd zelfs genoemd. Volgens mijn dochter was het een verhaal dat voor veel mensen interessant kon zijn. Kijk, daar hebben we wat aan.
Nu kan ik alleen maar afwachten hoe de uitgever op ‘De tuin’ zal reageren. Intussen moet ik mij weer op andere projecten richten. De laatste weken heb ik nagedacht over mogelijke nieuwe onderwerpen. En over mogelijke genres. Wellicht is het een goed idee het weer eens met een kinderboek te proberen. Of met een roman gebaseerd op iets uit mijn eigen leven. Of met een biografie over een interessant persoon die nog geen biografie heeft. Als er lezers zijn die voorkeuren of suggesties hebben, dan hoor ik dat graag.
Het boek over Antoni van Leeuwenhoek ligt er natuurlijk ook nog. Dat ga ik de komende tijd herlezen en waarschijnlijk grotendeels herschrijven. Hopelijk komt er dan ook een goede titel naar boven. Daarna begint het allemaal weer opnieuw, met proeflezers, redactiebureaus en uitgevers.
Misschien moet ik eerst nog een kerstverhaal schrijven.