Gisteren stond er een interview in de Volkskrant met Hilary Mantel . De schrijfster van de prachtige boeken over Thomas Cromwell. Op dit moment lees ik het net verschenen laatste deel ‘The Mirror and the Light’. Aan de ene kant wil ik steeds doorlezen, maar aan de andere kant ook weer niet, want dan is het straks zomaar uit.
Het is vreselijk mooi, op allerlei manieren. Het taalgebruik, modern maar toch zestiende-eeuws, de terloopsheid waarmee juist belangrijke zaken aan de orde komen, de gelaagdheid van de personages. Vooral dat van Cromwell zelf. Hij lijkt een duidelijk doel voor ogen te hebben, maar intussen houdt hij zich bezig met allerlei dagelijkse rompslomp. Die van hemzelf, maar vooral die van het hele land en de koning in het bijzonder.
Hoe verder ik in dit laatste deel kom, hoe meer ik het noodlot voel naderen. Maar of Cromwell dat zelf ook merkt is de vraag. Omdat het historische personages zijn, is al bekend hoe het afloopt, maar dat speelt geen enkele rol in hoe de gebeurtenissen beschreven zijn.
Laatst heb ik de film ‘A man for all seasons’ gezien, over Thomas More, waarin de figuur Cromwell heel onsympathiek wordt neergezet en More als een held het leven laat, omdat hij trouw blijft aan zijn overtuigingen. Prachtige film trouwens, te zien op Netflix.
Maar de geschiedenis is natuurlijk niet zo eenvoudig, niet zo zwart-wit. Hilary Mantel slaagt erin het op zo’n manier te vertellen, dat je bedenkt dat het een wonder is dat Cromwell en anderen nog iets voor elkaar kregen in die tijd. Als schrijver van historische romans kun je de feiten niet naar je hand zetten.
Het is echter interessant om te verzinnen welke gedachten en gebeurtenissen een rol zouden hebben kunnen gespeeld bij de zaken die wel bekend zijn. Zo zegt Mantel dat Anna van Kleef geschrokken zou kunnen zijn toen zij Hendrik VIII voor het eerst zag. Niemand had haar ervoor gewaarschuwd dat hij erg dik was en kwakkelde met een zeer been. Er is geen bron die vertelt wat zij toen dacht. Maar het zou heel goed de reden kunnen zijn voor de mislukking van dit huwelijk.
Ik vul mijn historische karakters ook in met onbekende, maar niet onmogelijke gedachten en eigenschappen. Dat hebben zij en ik gemeen.
Maar of ik het ook zo mooi op schrijf, betwijfel ik. Misschien is dat waarom ik op dit moment zo weinig op papier krijg.