Soldaat
Mijn vader was geen prater. Hij was rustig, vriendelijk, probeerde alles te sussen en hield zijn mening voor zich. Hij had al veel meegemaakt voordat mijn broers en ik geboren waren, maar daar vertelde hij weinig over.
David van Reybrouck heeft weer een prachtig boek gepubliceerd, Revolusi, over het ontstaan van Indonesië. Het is een veelstemmig boek, alle betrokkenen komen aan het woord. Naast ontelbare documenten en boeken, worden vooral de laatste ooggetuigen aan het woord gelaten. Ooggetuigen uit alle lagen van de bevolking (de drie dekken van een oceaanstomer, volgens van Reybrouck), Indonesiërs, Molukkers, Indo’s, Nederlanders en alles daar tussen in. ook Japanners die er gelegerd waren tijdens de bezetting en zelfs stokoude Gurkha’s die in het Britse leger zaten dat er ook nog actief was. Mensen van alle politieke gezindten en militairen uit alle gevechtseenheden.
Daardoor toont hij vooral aan dat het conflict heel veel kanten had. Dat het achteraf makkelijk oordelen is, maar dat het voor degenen die er midden in zaten, veel moeilijker was. En dat iedereen te maken kreeg met geweld.
Mijn vader is als vrijwilliger in Indonesië geweest, tijdens wat de Tweede Politionele Actie genoemd werd. Het enige wat daar nog terug te vinden was , bij ons thuis, was een houten beeldje van een Javaanse vrouw en een gebatikte doek. Ook had hij een foto-album met landschapskiekjes en groepjes poserende soldaten.
Mijn vader komt uit een klein, zeer gelovig dorp op Goeree-Overflakkee en wilde zijn blikveld verruimen. Hij was negentien toen de Tweede Wereldoorlog afgelopen was en vervulde zijn dienstplicht in de Noordoostpolder, waar hij hielp bij de inpoldering. Toen hij de kans kreeg naar Indië af te varen, greep hij die met beide handen aan.
Vroeger vertelde hij dat hij niet bij gevechten betrokken is geweest en bij de foeragering zat. Hij reisde rond met voorraden voedsel en munitie. Nu ik dit boek gelezen heb, begrijp ik dat het heel goed mogelijk is dat hij inderdaad nooit iets met geweld te maken heeft gehad. Maar zeker weten doe ik het niet.
Vijf jaar geleden is mijn vader overleden. Hij was bijna negentig jaar oud. Hij beweerde altijd dat hij honderd zou worden, maar meneer Alzheimer heeft daar een stokje voor gestoken. Het is al meer dan tien jaar geleden dat ik een verstandig gesprek met hem heb kunnen voeren. Had ik toen maar meer gevraagd.
Maar mijn vader was geen prater.