Delft
Er zijn slechtere plekken om geboren te worden dan Delft. Dat was zo in de jaren zestig, en dat was ook al zo in de zeventiende eeuw.
De eeuwen daarvoor was Delft rijk geworden als de bierstad van de lage landen. Halverwege de zestiende eeuw waren er meer dan 70 brouwerijen in de stad en Delfts bier werd overal gedronken. Na 1600 werd de concurrentie met andere steden groter en moest de stad het hebben van zijn weverijen en plateelbakkers. Het werk van de plateelbakker kennen we nog steeds als Delfts blauw. Een groot deel van de buitenlandse toeristen die de stad nu bezoeken komt daarvoor. En dit jaar natuurlijk voor Vermeer.
Vorige week was ik zelf in Delft en zag ik dat de hele stad volgehangen was met Vermeer banners en reclame. In de (toeristen)winkels is het allemaal te koop. Naast de Delfts blauwe sleutelhangers, de klompen en de tulpen, zijn er nu ook Vermeer T-shirts en mokken. Er is ook een podcast wandeling en een tentoonstelling in museum het Prinsenhof over het Delft van Vermeer.
Helaas is er (nog) wat minder aandacht voor Antoni van Leeuwenhoek. In de tentoonstelling is een hoekje aan hem gewijd, maar dat is het enige wat ik gezien heb..Misschien komt het nog, als de Vermeer gekte voorbij is.
Eigenlijk was ik natuurlijk in Delft om Een vindingrijk man te promoten.Vermeer én Van Leeuwenhoek, dat moet toch iedereen interesseren. Helaas bleek dat niet te kloppen en ligt het boek voorlopig in geen enkele Delftse winkel.
Maar de stad blijft een bezoek waard. Een goed geconserveerde binnenstad, mooie kerken, leuke horeca en natuurlijk die mooie tentoonstelling.
En als je er dan toch bent, loop dan even een boekwinkel binnen en vraag naar dat leuke boek.