Afgelopen zondag bracht ik een bezoek aan Hofwijck, het buitenhuis in Voorburg, dat in 1641 ontworpen werd door Constantijn Huygens. Eigenlijk is het maar een piepklein huis, met het uiterlijk van een kasteeltje. Het was dan ook alleen bedoeld als privéverblijf, voor Constantijn en zijn kinderen. Hij trok zich er zo vaak mogelijk terug, als alle heisa van het Haagse leven hem teveel werd. Daar komt de naam ook vandaan. Hier kon hij door zijn, ook zelf ontworpen, tuin kuieren, muziek maken en een praatje maken met de schippers die over de Vliet voorbij voeren. Eigenlijk is het een soort vakantiehuis. Maar de tuin is niet zomaar een tuin, en het huis niet zomaar een huis. Twintig jaar eerder was Constantijn mee op een diplomatieke missie naar Venetië. Onderweg naar die stad bekeek hij gebouwen uit de Oudheid, en de bouwwerken van Antonio Palladio, die toen nog heel nieuw waren. In zijn reisverslag is te lezen hoe hij daar van onder de indruk was. Hij verdiepte zich in allerlei architectonische boeken, zoals die van Vitrivius, en ontwierp onder invloed daarvan, samen met Jacob van Campen dit huis, en zijn stadshuis aan het Plein in Den Haag.
Susanna Huygens, het onderwerp van mijn boek, heeft in geen van deze huizen gewoond. Vlak voor de familie naar het Plein verhuisde, overleed zij in het kraambed. Wel heeft zij zich bemoeid met de bouw van dat huis, ze heeft wat praktische wijzigingen in het ontwerp gesuggereerd, en op de bouw toegezien. Constantijn had het daar natuurlijk weer te druk voor. Hofwijck komt wel in mijn boek voor, in het laatste deel, dat over de dochter Susanna gaat.
Een bezoek aan Hofwijck is zeker aan te raden. Tegenwoordig ligt het wat raar, tussen drukke wegen, het spoor, en hoge nieuwbouw. Vroeger lag het tussen de weilanden, en waren er dus vogels te horen in plaats van auto’s. Maar de trein stopt voor de deur, wat wel weer heel handig is voor een bezoek. De entree is in het poortgebouw, waar ook een mooie winkel is, waar waarschijnlijk binnenkort mijn boek verkrijgbaar is. De tuin is ontworpen naar de vorm van het menselijk lichaam, maar dat is moeilijk te zien als je er doorheen loopt. In het huis is een zaal gewijd aan Constantijn, en een zolder aan Christiaan Huygens, die hier de laatste acht jaar van zijn leven woonde. En in de keuken, in de kelder, is op dit moment een film te zien is over de reis van Constantijn naar Venetië. Twee deskundigen maken dezelfde reis in een piepklein autootje en lezen onderweg stukken uit het reisverslag voor. Alle mooie plaatsen worden bezocht, en ik kreeg meteen zin ook af te reizen. Vooral het Teatro Olimpico in Vicenza lijkt me geweldig.
Maar voorlopig is het bij een bezoekje aan Hofwijck gebleven.