Storing

In Nederland rijden heel veel treinen. Natuurlijk rijden ze soms niet, hebben ze vertraging of zitten ze veel te vol. Maar als je je trein mist, gaat er een half uur later, of zelfs nog sneller, weer één.

In Spanje is dat heel anders. Je kunt niet naar het station van, bijvoorbeeld, Cordoba gaan en de trein naar Madrid net voor je neus weg zien rijden en dan denken dat je de volgende wel neemt en net tijd hebt voor een kopje koffie terwijl je je werk belt dat je een beetje later bent. Want de volgende trein gaat pas zes uur later en bovendien dien je ervoor te reserveren.

Wij, op onze Interrail reis, waren dus heel blij dat we na veel gedoe treinen hadden kunnen reserveren voor de reis van Cordoba naar Merida. De eerste trein had wel vertraging, maar was op tijd om onze aansluiting in Sevilla te halen. We namen plaats in een klein treintje dat op weg naar onze bestemming op veel stations zou stoppen. Het was maandag 28 april, rond twaalf uur.

Het treintje vertrok op tijd en stopte inderdaad geregeld. Er zaten zo’n vijftig passagiers in, die allemaal hun eigen ding deden. Wij ook. Na een drie kwartier rijden bereikten we, heel langzaam, het station van El Pedroso. En daar bleven we wel heel lang stil staan. We hadden geen internet, maar dat komt wel vaker voor in de trein. Pas toen we langer dan een half uur stilstonden en de conducteur steeds opnieuw langsliep en telkens iets mompelde over problemas eléctricos, kregen reizigers door dat er iets mis was. De verlichting werkte en de airco gelukkig ook, wat fijn was, want het was een behoorlijk warme dag. Dat het werkte kwam doordat het een dieseltrein was, zo bleek later. De meeste mensen bleven rustig zitten, maar sommigen verlieten even de trein om te roken of om te proberen iets te eten te halen. Ik weet nog dat ik dat raar vond, want wat als de trein weer ging rijden?

Maar dat gebeurde natuurlijk niet. Om ongeveer half vier meldde de conducteur dat we allemaal uit moesten stappen en op het station moesten wachten totdat er iets geregeld was. De Spanjaarden waren inmiddels met elkaar in gesprek, maar ons Spaans was niet zo goed dat we begrepen waar ze het over hadden. Pas na een hele tijd bedacht iemand dat wij, en misschien ook de andere vier niet Spaanse passagiers, wel wilden weten wat er aan de hand was.

‘Powercut, all over Europe. Is on the radio.’

In het station bleek een radio te staan die wel werkte, waardoor er langzamerhand wat informatie binnenkwam. Daarna hoorden we lange tijd weer niet, behalve van de conducteur die ons ervan verzekerde dat alles goed zou komen. Dat klonk heel zorgzaam, maar hij wist net zoveel als wij. Er was een bar tegenover het station, de enige die nog open was, waar we wat water konden krijgen en, veel belangrijker, naar het toilet konden. Omdat we nog steeds niet echt wisten wat er aan de hand was, realiseerde ik me pas daar dat het heel donker kan zijn als er geen stroom is.

Tegen de avond arriveerden er allerlei mensen met de auto bij het station. Passagiers die vermoedelijk één of twee stations verder moesten zijn werden opgehaald. De guardia civil kwam polshoogte nemen en er werden broodjes en flessen water gebracht. Toen kwam de burgemeester samen met nog iemand (zijn vrouw? De gemeentesecretaris? De wethouder vervoer? Een ambtenaar rampenbestrijding?) praten, praten en praten met het spoorwegpersoneel en de gestrande reizigers. Niet met ons, hij sprak alleen Spaans.

Ze reden weg en kwamen weer terug. En nog een keer. En stonden heel lang te praten. Er werden stoelen gehaald van het terras van een restaurant dat dicht was, zodat er meer mensen konden zitten, wat prettig was na uren op de stoeprand.

Rond acht uur werd het duidelijk waar ze zo druk mee waren. Er werden voor iedereen slaapplaatsen geregeld. Ineens kwam er tempo in. Steeds vertrokken er groepjes de stad in en tegen half negen werden wij, niet-Spanjaarden plus nog een gezin gewenkt door de assistent van de burgemeester, dat we met haar mee moesten komen. We liepen de straat in tegenover het station, waar een sfeervol hotel bleek te zijn. Eigenlijk was het gesloten, maar daardoor waren alle kamers beschikbaar. Het personeel gaf iedereen een sleutel en we werden bijgelicht de trap op, naar een tweepersoonskamer, met badkamer. Eindelijk even rust, even languit op een bed, een toilet bij de hand en de kans om je op te frissen (natuurlijk met alleen koud water). Even later gingen we toch weer naar beneden, waar we brood met gebakken eieren en een koud biertje kregen (de koeling was niet open geweest, dus dat ging best). Bij kaarslicht, romantico, zo zei de hotelbaas. Snel daarna was het helemaal donker en ging iedereen naar bed. Het was een vermoeiende dag geweest.

Ik schrok wakker doordat midden in de nacht het licht aanging. Gedesoriënteerd probeerde ik het uit te doen, maar ik maakte het alleen maar erger, want de lamp die brandde was niet te bedienen met het lichtknopje naast de deur. Het was het bordje voor de nooduitgang, dat gelukkig al snel wat gedimd werd. De stroom was terug.

In de ochtend was er een ontbijt geregeld en stond zoals gewoonlijk de televisie aan met het ochtendnieuws. Beelden van geplunderde winkels en overvolle stations. En van pratende hoofden die niet wisten wat er precies gebeurd was, maar daar wel allemaal een mening over hadden. Het thuisfront werd gerustgesteld en daarna was het weer wachten totdat de trein mocht gaan rijden. Nog maar een kopje thee zetten en in de winkel die weer open was iets kopen voor onderweg, veel meer was er niet te doen. Om kwart over twaalf kwam het verlossende woord. De trein zou vertrekken op de tijd waarop hij de vorige dag zou zijn gegaan. Er werd hartelijk afscheid genomen van het hotelpersoneel, dat vond dat ze gewoon gedaan had wat moest gebeuren. De nada. De conducteur had zijn uniform weer aan en deed een rondje door de trein om te horen wat de eindbestemming van iedereen was. Daardoor werd er alleen gestopt op stations waar passagiers moesten zijn en kwamen we heelhuids aan in Merida. En ondanks dat het een hoop gedoe was onze reis aan te passen, kan ik iedereen aanraden om bij een stroomstoring in El Pedroso te zijn.

Of een reiziger in bijvoorbeeld Etten-Leur, of een andere kleine plaats in Nederland, ook zo wordt opgevangen betwijfel ik. Maar wie weet.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.